JACOB FIJMA     Geboren te Enkhuizen op 12-3-1812 in de Peperstraat, overleden aldaar op 10-12-1843 in de Torenstraat. Schilder. Zoon van Jan Jacobsz en Atris Hendriks. Hij trouwt op 25-6-1837 in Enkhuizen met Meyna Maria Andringa, geboren in Helder op 18-10-1814. Ze is de dochter van Cornelis Andringa (melkverkoper) en Johanna Ferwey. Jacob's ooms Aaldert en Eelke Jacobsz zijn huwelijksgetuigen. Uit dit huwelijk: Atres, geboren te Enkhuizen ca 1839. Beatrix, geboren te Enkhuizen op 21-11-1839 in de Nieuwsteeg, jong overleden. Johanna, geboren te Enkhuizen op 25-12-1840, jong overleden. Johanna, geboren te Enkhuizen in 1843, overleden aldaar op 30-5-1905 in de Rooburgsteeg. Ze gaat naar het gereformeerd weeshuis en trouwt op 6-12-1866 met Jacob Harlaar (visser). Hij is de zoon van Gerrit Harlaar (visser) en Klaasje Kouwenhoven. Na het overlijden van Jacob verdient Meyna Maria de kost als winkelierster in de Torenstraat. Ze hertrouwt met Cornelis Prins (arbeider). Tijdens het Belgisch oproer van 1830-1831 was Jacob korporaal bij de tiende afdeling infanterie en werd onderscheiden met het Metalen Kruis. Die onderscheiding werd verleend aan alle manschappen die aan de strijd tegen de Belgen hadden deelgenomen. Later ontving hij ook de Bronzen of Citadel Medaille omdat hij in december 1832 betrokken was bij de verdediging van de Antwerpse citadel tegen het Franse leger. Hieronder links het Metalen Kruis en rechts de Citadel Medaille.