BENDERT FIJMA     Gedoopt te Enkhuizen op 2-9-1731. Overleden aldaar 25-12-1770 op de Dijk, de begrafenis is pro deo. Brugman en tapper. Zoon van Bendert Bendertsz Fijma en Aaltje van der Hart. Hij trouwt op 23-12-1753 te Enkhuizen met Maritje Jans, gedoopt te Enkhuizen op 6-2-1725, waarschijnlijk overleden 27-2-1766 op de Vissersdijk. Ze is de dochter van Jan Maartensz (Kooningh) en Grietje Siebrands. Bij het huwelijk woont Bendert in de Vijzelstraat en Maritje in de Hoogstraat. Beiden zijn jongeling. Dominee Stochius sluit het huwelijk, de impost (belasting) is 6 gulden. Uit dit huwelijk: Aaltje, gedoopt in Enkhuizen op 19-6-1754, doopgetuige is Aaltje van der Hart. Overleden aldaar op 6-9-1809 in het Nieuwe Armen weeshuis, ongehuwd. Grietje, gedoopt in Enkhuizen op 26-1-1757, doopgetuige is Reijndertje Jans. Overleden aldaar op 9-8-1827. Zij trouwt op 19-6-1774 in Enkhuizen met Jacob Maartensz. Hij hertrouwt op 17-7-1768 met de weduwe Catharina Broek Smit. Ze wonen ten tijde van het huwelijk beiden op het Zuiderspui. Dominee Stochius sluit het huwelijk. In zijn jongejaren noemt Bendert zichzelf Fijman maar later wordt dat weer netjes Fijma. In 1759 is hij begeleider en drager bij de begrafenis van Vrouwe Alette Maria Duyvens en ontvangt daarvoor 2 guldens en 3 stuivers. Hij tekent voor ontvangst met:              In 1762 wordt Bendert aangesteld als brugman van de Zuiderbrug (bij de Drommedaris) door Cornelis Francois Duyvens die presiderend Burgemeester van Enkhuizen is. Als brugman bediende hij de brug en de sluizen en inde daarvoor geld van de schippers. Twee maanden later krijgt hij toestemming om in zijn huis op het Zuiderspui (vlak bij de brug) bier te verkopen en een paar jaar later krijgt hij ook nog toestemming voor de verkoop van wijn en sterke drank. Cornelis Francois Duyvens was gehuwd met een nicht van Bendert, dat hielp misschien bij het verkrijgen van de aanstelling en vergunningen. Aaltje Benderts Fijma wordt na de dood van haar vader in 1770 (ze dan 16) ingeschreven in het Aalmoezeniers en Nieuwe Armen weeshuis. Ze woont daar tot haar dood in 1803, ze is dan 49 jaar. Maritje Jans had een broer Maarten Jansz Kooningh die meester smid was in de stadssmederij. Hij maakte Grietje en Aaltje, de kinderen van Maritje, tot zijn erfgenamen. Na zijn overlijden in 1780 ontvingen ze elk ongeveer duizend gulden, in die tijd genoeg om een aantal jaren van te leven.            De brug en sluizen bij de Drommedaris, rechts het Zuiderspui