|
|
CANTATE
woorden van
S.P. OUDKERK POOL
muziek van
G.H. MEIJROOS
No. 1. KOOR
Siert de wanden, spant de snaren,
Broeders, zusters, juichen wij,
Want de stad der zuider baren
Viert, na vijf-en twintig jaren,
't Feest weer van de Maatschappij!
Ja, viert feest! zoo juichen wij,
Viert, na menig tiental jaren,
't Jubilé der Maatschappij!
No.2. SOLO, SOPRAAN
Aan beschaving en verlichting
Nauw vereenigd in de geest,
Viert deze eed'le en grootsche stichting
Thans haar derde zilv'ren feest!
Menschenliefde, uit haar ontsproten,
Is één van haar speelgenooten,
Die haar op dit feest versiert,
En bekroond met ereblijken,
Zien wij de eed'le daden prijken,
Waarvan zij de moeder wierd.
Viert dan feest,
In den geest
Onzer Maatschappij!
Schone stof!
Hulde en lof!
Zingen, juichen wij!
No.3. KWARTET
Ja, roemen wij! Na zooveel jaren,
Breng' elk zich 't goede voor de geest
Dier werken, die haar' kind'ren waren,
Waavoor ze een moeder is geweest.
De sneeuw verzilver' vrij haar schedel,
De krans der deugd blijft groen en frisch;
Zo prijkt ze als moeder fier en edel,
In 't kroost, dat harer waardig is.
No. 4 KOOR
Jub'lend moog' het loflied schallen!
Gij, Enkhuizer Stedemaagd,
Die de fiere zeekroon draagt,
Beeld van d'ouden roem dier wallen,
Wordt thans weder maagd'lijk schoon,
Siert U met de burgerkroon;
't Is thans hoogtijd in uw' wallen, --
Ook voor U deez' jubeltoon!
Wat mocht vallen of verrijzen,
Bij verval of heerschappij,
Heden viert het grijze Enkhuizen
't Jubel harer Maatschappij.
Einde des eersten Deels.
TWEEDE DEEL
No.5. KWARTET VOOR MANNENSTEMMEN
Heilige vlam! die wij hier kweeken,
Menschenliefde en broerdermin,
Dat uw eed'le daden spreken,
Voert ons uwen tempel in!
No.6. RECITATIEF, TENOR
Verbeelding! voer ons naar het strand,
Waar, menschenliefde, uw' tempel rijst,
Waar 't hulp en gastvrij Nederland,
Bij ramp en leed, steeds hulp bewijst,
De storm steekt op! - hoe loeit de orkaan!
De donder rolt!! - de zee stuift op!!!
En op der golven steilen top
Zal 't sling'rend vaartuig wis vergaan ....
't Vergaat!!!....
RECITATIEF, BAS
Door schuim en golf omspat,
Klemt zich de scheep'ling siddrend vast
Aan drijfhout, streng, aan spriet of mast, --
En vindt de dood in 't bruisend nat .....
DUO, VOOR SOPRAAN EN ALT
Neen, redding daagt! Daar naakt een kiel,
De menschenmin voert redding aan,
Ze is sterker dan de noodorkaan,
En redt al wat te redden viel.
Behouden staan zij weer aan 't strand,
En danken God met luider stem!
En deze daad verheerlijkt Hem,
Vindt roem en hulde in Nederland.
TRIO, VOOR SOPRAAN, ALT EN BAS
Ook onze Maatschappij beloont,
Waar 't zulke daden geldt;
En siert geen ridderlint de borst
Des redders, die zich wagen dorst, --
Hare eerprijs loont dien held!
No.7. KOOR
Hare eerprijs siert den held veel meer,
Dan moed en krijgmanszin.
Op 't slagveld is 't slechts roem en eer,
Hier liefde en broedermin.
Dáár is verdelging slechts het woord,
En bloedig de eerlaurier,
En daar men ginds den broeder moordt
Redt men dien broeder hier.
Voor haar kinkt ons reinst accoord;
Voor haar de eerlaurier!
DERDE DEEL
No.8. KOOR
Nog eens de zangtoon aangeheven,
Feestgenooten! juichen wij!
Roemen wij het edelst streven
Onzer moeder maatschappij!
Schoone taak aan haar beschoren,
Taak vol menschenmin.
Neêrland, zeed'lijk als herboren,
Stelt met ons dit loflied in.
No.9. TRIO VOOR SOPRAAN, ALT EN BAS.
SOPRAAN
Den mensch veree'ling aan te prijzen,
Is steeds uw doel geweest.
Hem ook een hooger doel te wijzen,
Door deugd en vorming van den geest.
ALT
Beschaving roemt daarvoor uw pogen
En biedt u 't eerloof aan.
Zij dankt u hier, voor aller oogen,
Voor zoveel goeds, door u gedaan.
BASSO
Verlichting blijft u het eerloof bieden;
Den donkren zwarte nacht
Des dommen bijgeloofs te ontvlieden,
Die schoone taak wordt hier volbracht.
De hulde die we u allen bieden,
Zij het loon u heden toegebracht.
No.10. SLOTKOOR
Schoone taak aan ons beschoren,
Taak vol menschenmin.
Neêrland, zeed'lijk als herboren,
Stelt met ons dit loflied in.
Hulde! hulde! hulde en eer!
Hulde en eere brengen wij
Onzer eed'le Maatschappij.
|