Harme Bevoort
Dichter van Enkhuizen
home  |  de gedichten  
 
 
     

TER GELEGENHEID VAN HET VIJFTIGJARIGE HUWELIJKSFEEST
VAN DEN HEER JACOB MOLL EN MEJUFFROUW FETJE GORTER.

              Gevierd den 29 September 1843.

Behoudt het goud zijn glans, ofschoon de jaren snellen,
Ook reine liefde duurt in onverdoofbaar schoon.
Wat zegt het, moog haar trouw ook vijftig jaren tellen;
Zij blikt naar het eeuwig oord, haar vaderland en troon.
Gelukkig paar, zoo rijk gezegend van den hoogen!
Verheug u in den glans van 't gouden bruilofsfeest,
Meer dan uw dank vermag, uw lippen staam'len mogen,
Meer is Gods liefde en trouw u steeds nabij geweest.
En nu, trof soms de smart, verzoent met dat verleden,
Hebt gij den traan gewischt, om vroeg gemis geschreid,
Zij brengen hulde u toe, uw dierb'ren hier beneden,
En zaal'gen zien op u van uit hun heerlijkheid.
Gezegend zij deez' dag, den dag van vreugde en zegen,
Die u herin'ring schenkt van zooveel lief en leed!
Gezegend zij deez' dag, hem klinkt de juichtoon tegen:
God lof! een vader schikte, en goed was 't wat Hij deed.
Moog' zoo het eigen goede uw kind'ren steeds omgeven,
Die gij thans met hun kroost om u vereenigd ziet,
Zoo zal, gelijk uw beeld, uw heil in hen herleven,
Den hoorder des gebeds beschame uw hope niet!
Nog menig, menig uur moog heerlijk voor u blinken,
De liefde zalige u en leide u aan de hand!
En dat uw levenszon als ze aan de kim zal zinken,
Weer glansrijk opga in het beter vaderland!