'S KONINGS VERJAARDAG.
24 Augustus 1834
en
WELKOMSTGROET
aan de
ENKHUIZER SCHUTTERS
tweetal
Vaderlandsche Zangen
door
S.P. OUDKERK POOL.
Te Enkhuizen
Bij J. OVER DE LINDEN
1834
's Konings Verjaardag.
24 Augustus 1834
Wijze: Wien Neerlands bloed door de ad'ren vloeit.
Geluk weer naakt deez' dag zoo blij,
Siert trans en torentin.
Komt! medeburgers stelt met mij,
Den blijden feestdronk in;
Dien dronk, die ieders hart verblijdt,
Die ieders borst verheugt!
Dien dronk, dien ik Uw Koning wijd,
Aan Willems trouw en deugd!
Dat vrij het klinkend vreugde lied,
Mijn zwakken toon vervang!
Ik doe slechts wat mij 't hart gebiedt,
En zing mijn eigen zang.
En zoo lang in de ontgloeide borst
Mij 't heilig dichtvuur brandt,
Zing ik op 't jaarfeest van mijn' Vorst,
Voor Vorst en Vaderland.
Komt Stadgenoten juichen wij
Dan in dit plegtig uur!
Komt medeburgers danken wij
't Aanbidlijk Godsbestuur,
Daar 't Wiilem schraagt, daar 't Willem spaart;
Dien dank wijdt elk gewis,
Daar hij ons allen even waard,
Ons allen dierbaar is.
Zijn vaste trouw heeeft ons behoed
Toen ons 't verraad bestreed;
Zijn trouwe liefde heeft vergoed
Wat Neerland voor hem leed;
Zijn wijsheid wees ons 't glorie spoor,
Wij streden op zijn' stem,
Zijn Zonen gingen strijdend voor,
En Neerland bad met hem.
Maar neen, geen lof wijd ik een' Vorst,
Die nooit een lofdicht vroeg;
Voor hem ontgloeit onze aller borst,
Dit is hem lofs genoeg
Genoeg hem minnen grijze en kind,
Hij deelt in aller bee,
En elk die 't Vaderland bemint,
Bemint dien Koning mee.
Kom dat ik hem den beker wijd',
Dat God zijn leven spaar,
Hem in 't genot der vree verblijd,
Of sterke in nieuw gevaar.
Ja ook den dank aan God gebragt,
Voor zulk een liefdeblijk,
En eens schenk' Hij ons nageslacht,
Een' Vorst - aan hem gelijk!
Welkomstgroet
aan de
Enkhuizer Schutters
Wijze: Het Schutterslied.
Voor 't behoud van Land en Koning
Greep gij eens de wapens aan,
Om die Schatten te verweren;
En verheugd zien wij u keeren
Gij hebt aan dien pligt voldaan.
Welkom Broeders, Vrienden, Magen
Welkom na zoo schoon een strijd!
't Vaderland moog 't u vergelden,
Dankbaar, trotsch zijn op zijn helden,
Die ik thans mijn' zangen wijd.
Sier ò stedemaagd uw' haren!
Burgers siert uw wal en trans!
Lang gewenscht en afgebeden,
Naakt het blijde feest van heden,
Burgers vlecht den eikenkrans!
Dank ò brave wakkre helden,
Brengt u heel de burgerij.
Deze dank zij uw' belooning
In de naam van Land en Koning;
'k Voeg er blij den mijnen bij.
't Kruis dat op uw borst blijft prijken,
Zij daarvan een duurzaam blijk;
't Siere lang uw borst ò helden!
En 't zal eens aan 't nakroost melden:
Neerland was aan helden rijk.
Welkom Broeders, Vaders, Zonen!
Welkom in uw huisgezin!
Welkom in ons aller midden!
Mogten we eenmaal voor u bidden,
Thans stelt elk den danktoon in.
Als een voorboo van den vrede
Keert ge in uwe Vaderstad;
Moge hij uw togt bekroonen,
Rust en voorspoed bij ons wonen,
Als de bloemen op uw pad.
Dan zal wis ons heil vergrooten,
Vast gesnoerd door d'eendragts band;
Dan, zult gij uw lauwren plukken,
Dan zal Neerland nimmer bukken;
Neen het blijft oud Nederland.
Voor 't behoud van Land en Koning
Greept gij eens de wapens aan;
Deze kreet herhalen we allen,
Juicht thans burgers! siert uw wallen!
Gij hebt aan dien pligt voldaan!
|