Harme Bevoort Dichter van Enkhuizen |
home | Enkhuizens literaire leven |
Dan zal de Kamer van den Bergh in luister bloeijen, Geleidt door kennis, liefde en kunst. Dan zal zij menig oog en menig oor hier boeijen, En delen in der braven gunst. Komt broeders weer de hand met lust ineengeslagen, Der vad'ren kroost binde eenen band. Dan zullen we onzen naam tot roem der stad eens dragen, En eere zijn voor 't vaderland. Leden van de Enkhuizer Rederijkerskamers 1865-1875
Economisch mag het in deze periode dan niet zo goed gaan met
Enkhuizen, de redekunst viert hoogtij. Op een bepaald moment
zijn er maar liefst drie kamers voor de uiterlijke welsprekendheid.
De oudste is de kamer "S.J. van den Bergh", opgericht in 1864 onder
de zinspreuk "Vooruitgang is ons doel!". In 1867 heeft de kamer
21 werkende en 46 begunstigende leden. Het bestuur bestaat uit:
Rond 1870 is er een afsplitsing. Misschien werd het aantal werkende
leden te groot of had men een verschil van mening over de doelstellingen.
In ieder geval verlaten Jacob van Aken, Jan Wesselman en enkele andere
leden de kamer en richten het Letterlievend Gezelschap
"De Taal is gansch het Volk" op. Een letterlievend gezelschap had
doorgaans wat minder pretenties dan een rederijkerskamer.
Het bestuur van de nieuwe kamer wordt gevormd door de heren:
Er komt nog een derde kamer bij in 1870. Het Jongelingen Gezelschap
"E.A. Borger" verheft zichzelf tot rederijkerskamer met de zinspreuk
"Uit lust tot Oefening". Het bestuur van Borger bestaat dat jaar uit:
In 1874, kort na het overlijden van Harme Bevoort, gaan de kamers "S.J. van den Bergh" en "De Taal is gansch het Volk" weer verder als één kamer. Jacob van Aken wordt de nieuwe voorzitter, de naam wordt "S.J. van den Bergh" en de zinspreuk wordt "De Taal is gansch het Volk".
Enkele rederijkers die er uit springen:
Hieronder volgt een lijst met leden van de kamers.
De lijst is niet volledig en bevat voornamelijk
namen van rederijkers die te vinden zijn in publicaties als het
Rederijkers Weekblad (1864-1875) en het 'Jaarboekje voor
Rederijkers en Beminnaars der Poëzij'.
|
Werkende leden van de rederijkerskamer S.J. van den Bergh: |
|
Jacob Michiel van Aken (1845) telegrafist Pieter Bais Jz (1850) boekdrukker Harme Bevoort (1801) winkelier (levensmiddelen) Jan Bloemendaal Wz. (1839) verwer Klaas Broertjes (1832) grutter (in Bovenkarspel) D. de Bruijn Ruurd Bijl (1842) meester-metselaar A. Dekker Govert Dekker( 1843) broodbakker Lodewijk Dondorff (1842) onderwijzer Bernardus L. van Es (1840) hoofdonderwijzer Cornelis F. Fogteloo (1841) onderwijzer Nanne Haas (1841) zeilenmaker Jan Ham (1847) timmerman Pieter Ham (1844) schilder Meindert Harlaar (1834) smid J. Hooiveld Pieter Houtzager (1847) klerk Jacob Igesz (1847) stalhouder Jacob Kwaad (1829) koekbakker Quirijn Groen Langedijk Jr. (1852) bakkersknecht Gerbrand Lub (1851) timmerman Frederik Noordeloos (1838) bouwman Hendrik Noordeloos (1849) schipper Pieter Noordeloos (1840) stationschef Willem Over de Linden (1842), boekverkoper Hendrik Ossen Wz. (1819) broodbakker Anthonij de Rooij (1853) Pieter Sanstra (1828) loodgieter Jan Schild Gz (1824) grofsmid Johannes Christoffel Spangenberg (1832) brood en koekbakker Petrus Johannes Spit (1855) Dirk Sterken (1825) winkelier (ijzerhandel) Jacob Stiel jr. (1855) zoon van Wessel Wessel Stiel (1827) zeilenmaker Dirk Swidde (1851) koekbakker Willem Nicolaas van der Veer (1827) tabakskerver Koenraad B. de Vos (1820) turfkoper Gerrit de Vos (1850) winkelier Pieter de Vos Pz (1834) timmerman Jan de Vries Zsz (1838) timmerman Rijkert van Wagtendonk (1856) Hendricus Wanink (1803) broodbakker Jan Jacob Wesselman (1837) koek- en banketbakker |
|
Werkende leden van het letterlievend gezelschap De Taal is gansch het Volk: | |
Jacob Michiel van Aken (1845) telegrafist Karel Bekker (1848) klerk Lodewijk Dondorff (1842) onderwijzer Nanne Haas (1841) zeilenmaker Hubert Marinus Hubregtse Jacob Igesz (1847) stalhouder Jacobus Moojen Joris van Simmeren (1837) Petrus Johannes Spit (1855) Roelof Kars van de Stouwe (1843) hulponderwijzer Hendrik J. Top (1816) bode Rijkert van Wagtendonk (1856) Jan Jacob Wesselman (1837) koek- en banketbakker twee dames die geen lid waren, maar wel optraden Neeltje van Aken geb. Igesz (1850) M. Helge |
|
Werkende leden van de rederijkerskamer E.A. Borger: | |
Pieter Bais Jz (1850) boekdrukker Simon Bais (1850) broodbakker Albertus Boon (1849) bediende Jan Broers (1845) schoenmaker Volkert Compas (1849) Pieter Gast Mz. (1848) verwer Jan Ham (1847) timmerman Pieter Ham (1844) schilder Pieter Houtzager (1847) klerk Rieuwert de Jong (1849) apothekersbediende Quirijn Groen Langedijk Jr. (1852) bakkersknecht Gerbrand Lub (1851) timmerman Hendrik Noordeloos (1849) schipper G. Rinkema Klaas Slikker (1850) Wouter Sterk Johsz (1849) kuiper Hildebrand Visser (1847) timmerman Maarten de Wit (1852) kleermaker drie dames die geen lid waren, maar wel optraden A. Klopper G. G. Rinkema W. de Vries |
|