Harme Bevoort
       (1801 - 1874)
 Dichter van Enkhuizen
 
  Redenaar en toehoorders uit de Nederlandsche Spectator  

 
home
de gedichten
broeders in de kunst
mengelwerk

   
 
Redenaar en toehoorders uit de Nederlandsche Spectator
  • Droef en donker zijn de dagen,
    Heerlijk is deze avondstond!
    Laat ons van zijn lof gewagen,
    Ga den beker juichend rond!
    Ja, het feest is aangebroken,
    Glanze 't Hemelsch zonlicht niet,
    Aardsche lichten zijn ontstoken,
    Schoon is 't wat ons oog hier ziet.

    Welkom, lieve feestgenoten!
    Hartlijk welkom op de Waag!
    Niets, niets wordt door ons genoten
    Of uw bijzijn is ons graag.  

    Enkhuizens literaire leven      

Veel van de Bevoort gedichten zijn geschreven voor de voordracht en dat gebeurde in zijn tijd vaak in literaire genootschappen. Daar noemt hij er drie van in zijn werk: het leesgezelschap, de literaire vriendenkring en de rederijkerskamer. Die genootschappen speelden een belangrijke rol in zijn leven, hij was twintig jaar lid van een vriendenkring en van de rederijkerskamer was hij een der oprichters. Jammer genoeg hebben die Enkhuizer genootschappen weinig sporen achter gelaten in de archieven en voor het volgende verhaal heb ik her en der wat informatie bij elkaar gesprokkeld.

Het leesgezelschap

In bijna elke plaats waren in de 19e eeuw leesgezelschappen. Boeken waren duur, daarom kocht men ze gezamenlijk en ze werden om de beurt door de leden gelezen. De leden van het gezelschap kwamen regelmatig bij elkaar om te besluiten welke nieuwe boeken men ging aanschaffen. Die bijeenkomsten werden dan ook wel gebruikt om voordrachten te houden en literaire discussies te voeren. Harme Bevoort is lid van het Enkhuizer leesgezelschap 'Lees weinig maar Leest veel', hij noemt het gezelschap in een gedicht uit 1842. Scipio Oudkerk Pool, ook een enthousiast dichter, is op dat moment de voorzitter.

De literaire vriendenkring

Marketenter - Opschik - Zakkeband - Schaatsen - Huisjas - Bomvrij. Maak een gedicht waar die woorden in voorkomen. Dat was een opgave voor de leden van een literaire vriendenkring waar Harme Bevoort lid van was. In de 19e eeuw werden veel van dit soort genootschappen opgericht, want poëzie was populair. De leden schreven gedichten, droegen voor en organiseerden literaire avonden. Als regel was het een mannengezelschap en waren vrouwen en meisjes alleen welkom op de openbare bijeenkomsten die gedurende de wintermaanden plaatsvonden. Het gedicht 'Nalezing' uit 1843 verwijst naar zo'n openbare bijeenkomst in de Enkhuizer Waag.
Harme Bevoort was lid van een vriendenkring met de naam "Tracht nuttig te zijn voor elkander" die werd opgericht op 23 september 1832 en 13 leden telde in 1843. Er was in die tijd nog een andere literaire vriendenkring in Enkhuizen genaamd "Kennis kweekt Vriendschap". Die werd iets later opgericht, op 15 november 1832, en had 30 leden in in 1843.

De rederijkerskamer

"Als straks onze winteravonden aankomen, dan kondigen de verschillende Noord-Hollandse nieuwsbladen tal van letterkundige uitspanningen aan, soms in één nummer evenveel als het Handelsblad tijdens de Amsterdamse kermis en meestal in deze vorm: De Rederijkerskamer ter X , werkende onder de zinspreuk 'altijd hoger' of 'streven naar volmaking' of 'in de hoop op beter' heeft de eer aan het geachte publiek enz - kortom, eene publieke toneelvoorstelling wordt daarmee aangekondigd ....."
Zo begint een ingezonden stuk in de Enkhuizer Courant in het najaar van 1872 door een mopperige buitenman die zich afvraagt of al die verenigingen de eer van het bezoek en geld wel waard zijn.

In de 19e eeuw werden overal weer rederijkerskamers opgericht. Na 1700 waren de oorspronkelijke rederijkerskamers, die hun wortels in de middeleeuwen hadden, langzamerhand verdwenen. De leden van de nieuwe kamers legden zich toe op de voordrachtskunst: er werd poëzie en proza gereciteerd en er werd toneel gespeeld, naar verluid met bulderstem, rollende r's en molenwiekende armen. Er was een weekblad voor rederijkers, een rederijkers jaarboek en er waren speciaal voor rederijkers bewerkte toneelstukken; als regel zonder vrouwenrollen, want het waren mannenclubs.
In Enkhuizen wordt op 25 november 1864 een rederijkerskamer opgericht onder de zinspreuk 'Vooruitgang is ons doel!'. Enkele maanden na de oprichting schrijven president en secretaris een brief aan S.J. van den Bergh, een bekend dichter en apotheker te 's Gravenhage, met de volgende inhoud:

        WelEdele Heer!

In November A.P. is hier ter stede een Rederijkerskamer opgerigt, onder de zinspreuk 'Vooruitgang is ons doel!' Volgens bestaande gewoonte heeft deze kamer zich een patroon of beschermheer gekozen, en uit de groote rij onzer letterkundigen heeft zij hare keuze op u gevestigd. Uwe verdienste en bekendheid als dichter dacht de kamer op prijs te moeten stellen en zij meende dat niet beter te kunnen doen, dan der kamer uwen met roem bekenden naam te geven. Zij hoopt dat gij u deze keuze zult laten welgevallen niet alleen, maar ook dat het beschermheerschap, dat u door dezen wordt aangeboden bereidvaardig door u zal worden aangenomen. De kamer ziet verlangend naar uw antwoord uit: met een spoedig berigt mogt het zijn naar den wensch der kamer, zult gij de leden ten zeerste aan u verplichten.
Namens het bestuur der Rederijkerskamer S.J. van den Bergh, onder zinspreuk: 'Vooruitgang is ons doel!'

                H. Wanink - President
                C.F. Fogteloo - Secretaris
                Enkhuizen, 10 Maart 1865

S.J. van den Bergh zal vereerd zijn geweest met dit verzoek, de kamer heeft zijn naam tot 1885 gevoerd. Begin 1866 presenteert de kamer zich in het Rederijkers Weekblad met het volgende bericht:

  • Enkhuizen. - De rederijkerskamer S.J. van den Bergh, onder de zinspreuk: "Vooruitgang is ons doel," alhier opgericht 25 November 1864.
    Beschermheer: S.J. van den Bergh, te 's Gravenhage.
    Honorair Lid: A. Roos te Groningen
    Bestuur: H. Wanink, President
                C.F. Fogteloo, Secretaris
                H. Bevoort, Penningmeester.
                D. Sterken, Vicaris.
                J.J. Wesselman, Commissaris.
                H. Ossen, Commissaris.
    Commissie van beoordeling: H. Wanink, C.F. Fogteloo, B.L. van Es.
    Werkende leden:
                C.F. Fogteloo.     H. Ossen.
                H. Wanink.         W. Stiel.
                H. Bevoort.        K. Broertjes.
                G. Dekker.         F. Noordeloos.
                J.J. Wesselman.  R. Bijl.
                D. Sterken.        J. Bloemendaal.
                J. Kwaad.           B.L. van Es.
                W.N. van der Veer.
    Gewone leden: 4. -- Begunstigende leden: 30

Rederijkerskamers kenden werkende leden die voordrachten hielden en de begunstigende of kunstlievende leden die een select publiek vormden. In de wintermaanden kwamen de werkende leden wekelijks of twee-wekelijks bij elkaar om de voordracht te oefenen en toneelstukken te repeteren. Voor die vergaderingen ontvingen ze een convocatie en wie niet op kwam dagen kreeg een boete.

Uitvoeringen gaven ze op buitengewone en openbare vergaderingen. Buitengewone vergaderigen waren alleen toegankelijk voor leden en genodigden. Naar de openbare vergaderingen kon iedereen die een kaartje kocht; vanaf 1875 noemt men ze "volksvergaderingen".
In mei 1872 voeren de rederijkers het toneelstuk Eendracht maakt macht op. Het is speciaal geschreven voor de herdenking van Enkhuizen's rebellie tegen het Spaans gezag in 1572. In januari 1875 wordt het toneelstuk "Alva" opgevoerd met muzikale omlijsting door het gezelschap "Strijklust". Van die vergadering is het programma nog beschikbaar.

Naast rederijkerskamer S.J. van den Bergh, bestonden er in Enkhuizen nog twee kamers. Er was een jongelingengezelschap E.A. Borger dat is opgericht rond 1869 en een letterlievend gezelschap 'De Taal is gansch het Volk' dat omstreeks 1870 is opgericht en in 1874 is samengegaan met de kamer S.J. van den Bergh. Van deze drie kamers is er een overzicht van de leden en de vergaderingen.
In de Enkhuizer Courant kondigen de kamers met advertenties hun vergaderingen aan voor de winter van 1872-73:

 
    advertenties uit de Enkhuizer Courant