Het verleden van Bevoort |
I. Een dichter en winkelier op de Vissersdijk in Enkhuizen
Harme Bevoort is geboren in Enkhuizen op 23-10-1801 uit het huwelijk
van Michiel Bevoort en Maretje Modderman
(zie II),
en overlijdt er op 8-5-1874. Hij is winkelier in levensmiddelen en
gedestilleerd, huisjesmelker en noemt zich vruchtnatmaker in 1863.
Maar hij is vooral bekend als dichter. Zijn hele leven woont hij op
de Vissersdijk waar hij naast het eigen huis met winkel ook nog een
aantal huurhuizen bezit en een boomgaard.
Een winkelier als Harme Bevoort leverde veel op krediet want zijn klanten zaten regelmatig zonder inkomsten, speciaal gedurende de winter. Als er in die jaren een klant overlijdt en de notaris een boedelinventaris opmaakt, dan staat Harme vaak bij de schuldeisers. Het gezin van de overledene heeft soms wel zes maanden op de pof bij hem gekocht of huurachterstand opgelopen. Of dat Harme Bevoort erg geliefd maakte in Enkhuizen is moeilijk te zeggen. Arm is hij er in ieder geval niet van geworden. In het Enkhuizer nieuws en advertentieblad van zaterdag 24-2-1855 staat de volgende advertentie: Op 21-2-1855 de opgerichting van het begrafenis collegie onder de naam "Nut en Pligt". Biedt begrafenissen aan in vier klassen en biedt zich alzoo minzaam aan het Enkhuizer publiek aan. De leden van het bestuur zijn: C.F. Disque, H. Top, W.N. van der Veer, W. Smit, H. Bevoort en P. Dekema |
T IJ D B A L K
1863
1860
1859
1851
1849-1890
1848
1840-1849
1839
1830 |
II. Een winkelier en gelegenheidsdichter op de Vissersdijk
Michiel Bevoort is gedoopt te Enkhuizen op 12-11-1773 en daar
overleden op 10-10-1859. Hij is de zoon van Harme Jansz Bevoort
en Cornelisje Jans Groot
(zie III).
Michiel is winkelier op de Vissersdijk en gelegenheidsdichter.
|
1815
R o m a n t i e k
1813-1840
1806-1810
1795
1795 C l a s s i c i s m e
|
III. Winkelier in zout, zeep, wijn, brandewijn en azijn
Harme Jansz Bevoort is gedoopt te Enkhuizen op 3-6-1743,
Willempje Jans is daarvan getuige. Hij is de zoon van
Jan Michielsz en Ebeltje Jans
(zie IV)
en verdient de kost als winkelier en tapper op de Vissersdijk.
Dat gaan zijn zoon Michiel en kleinzoon Harme later ook doen.
Op 3-7-1795 eindigt zijn bestaan.
In het Enkhuizer register van ‘licenten’, zeg maar vergunningen, staat dat Harme Bevoort van de Vissersdijk op 14-3-1783 een ‘acte van slijter’ is verleend. Op 16-3-1787 wordt een ‘acte van zout en zeep’ verleend aan Cornelisje Groot, huisvrouw van Harme Bevoort op de Vissersdijk. Op 10-7-1795 wordt aan Cornelisje Groot, weduwe van Harme Bevoort, toestemming gegeven om in haar huis op de Vissersdijk als tapster ‘wijnen, brandewijnen, gedestilleerde wateren en azijnen’ te verkopen. |
1780-1784
1775
1773
1766-1795 |
IV. Even geen Bevoort maar Streetjen Jan Michielsz Streetjen is in Enkhuizen gedoopt op 25-11-1708, getuige is Aagje Gerrits. Hij is de zoon van Michiel Josijas en Maritje Jans (zie V). Op 15-4-1731 trouwt hij (pro-deo) met Ebeltje Jans de dochter van Jan Hermens en Dieuwtje Barens. Ebeltje is gedoopt op 3-1-1713 met Lysbet Willemsz als getuige. Bij het huwelijk zijn beiden jongeling. Jan is van de Wortelmarkt en Ebeltje van de Toornstraat. Dominee van Eijke sluit het huwelijk. Uit deze verbintenis komt een flinke stoet kinderen:
Bevoort - Streetjen - Bevoort. |
1762-1770
1747-1751
1740-1748
1740
R o c o c o
George Frideric Handel
Domenico Scarlatti
Johann Sebastian Bach
Antonio Vivaldi |
V. Van Delft naar Enkhuizen
Michiel Josias is gedoopt te Delft op 23-02-1677,
de zoon van Josias Bevoort en Catharina Arijens den Doijer
(zie VI).
Hij trouwt op 19-12-1706 in het Raadhuis van Enkhuizen (pro-deo)
met Maritje Jans. Zij was eerder gehuwd en woont op de Kaasmarkt,
hij is jongeman en woont in de Waagstraat.
|
1714
1713
1702
1701–1714 |
VI. Een schoenmaker in Delft
Josias Bevoort is gedoopt te Delft op 14-12-1635,
de zoon van Michiel Josias Bevoort en Lijsbeth Ariens
(zie VII)
en schoenmaker van beroep. Hij is begraven in de Nieuwe Kerk
op 11-12-1718. Op 09-05-1676 gaat hij in ondertrouw te Delft
met Catharina Arijens den Doijer. Catharina is de weduwe van
Jan Maertensz Egmont. Ze wordt begraven in de Nieuwe Kerk op 25-03-1728.
Alternatieve namen voor Josias: Jesias Michielse, Esaias de Bevoort,
Esias Bevoord, Esias de Brevoort |
1688
1687
1686-1688
1672-1702
1672
1667 |
VII. Van Beauvoir naar Bevoort
Michiel Josias Bevoort is gedoopt in Den Briel op 24-3-1602,
de zoon van Esaias de Beauvoir en Ariaentge Michiels
(zie VIII).
Van beroep schoenmaker. Hij wordt begraven in de Nieuwe Kerk te Delft
op 3-6-1650.
Hij trouwt met Lijsbeth Ariens. Lijsbeth wordt op 20-11-1666
begraven in de Nieuwe Kerk te Delft.
Als u meer wil weten over de volgende voorouders die Beauvoir heten, dan kunt u uitgebreide informatie vinden in het artikel ‘De Beauvoir, later Bevoort. (’s-Gravenhage, Brielle, Delft)’, door L. van der Hoeven, in samenwerking met E.W. Roscam Abbing. Het is gepubliceerd in het tijdschrift De Nederlandsche Leeuw 124 (2007) bladzijde 37-44. |
1648
B a r o k
1628
1625-1647 |
VIII. Een deurwaarder verhuist van Den Briel naar Delft
Esias (of Josias) Jaspersz de Beauvoir is geboren rond 1570/1575
als zoon van Jasper Jansz de Beauvoir.
(zie IX).
Hij is deurwaarder van het Land van Voorne.
Op 5-4-1598 trouwt hij in Delft met jongedochter
Adriaentge Michiels. Adriaentge woont op de Oude Langendijk,
Esias op het Marktveld.
|
1619
1602
1585-1625
1584 |
IX. Een beeldenstormer in Den Briel
Jasper Jansz de Beauvoir is geboren rond 1540.
Hij is in 1566 stadsklerk van Den Briel (Brielle) en
in 1595 de schout van Rockanje. Hij is de zoon van
Jan Hendricksz de Beauvoir en Neeltge Joris
(zie X).
Hij trouwt met Maritgen Domis (of Denijs) en hertrouwt met Anna Jans.
Jasper en zijn broer Hendrik zijn door de Hertog van Alva veroordeeld tot verbanning en confiscatie van goederen wegens hun aandeel in de vernielingen die tijdens de beeldenstorm van 1566 zijn aangericht de kloosters van St. Clara en St. Catharina te Den Briel. ”Ook twee klerken uit de secretarie, Jaspar en Heyndrick de Beauvoir, werkten zich in het zweet. Gebroken werden de beelden in het St.-Catharina Zusterhuis, bij de Clarissen, de Broodzusters en in een klooster te Rugge, waar een nieuwe preekstoel het speciaal moest ontgelden. De beide grote kerken, de Sint-Catharina en de Maerlantse kerk, bleven gespaard. Zij waren kennelijk tijdig gesloten. Heyndrick de Beauvoir sloeg wel met een grote hamer op het slot van de deur van de grote kerk, maar zonder het gewenste resultaat“ (uit: Brielle in hervormingstijd door W. Troost en J. J. Woltjer). |
1574
1572
1568
1567
1566
1555-1598 R e n a i s s a n c e |
X. Een apotheker en deurwaarder uit 's Gravenhage
Jan Hendricksz de Beauvoir is geboren rond 1510,
de zoon van Heijndrick de Beauvoir en Marijke Allardsdr
(zie XI).
Hij woont in 's Gravenhage (Hoogstraat),
is deurwaarder van de Grote Raad van Mechelen,
substituut procureur-generaal bij het Hof van Holland,
apotheker en lid van van de schutterij Sint Joris.
Hij trouwt met Neeltge Joris, de dochter van Joris Jacobsz
en Jaepmijne Jansdr.
Het familiewapen van Jan de Beauvoir toont drie gouden klophamers op een rood veld.
Jan de Beauvoir was van 1543 tot 1550 substituut-procureur-generaal
bij het Hof van Holland. In die functie hield hij zich bezig met de
ketterij bestrijding en hij maakte twintig dienstreizen om
verdachte zaken te onderzoeken.
|
1540
1517
1506-1555 |
XI. Een procureur van het Hof van Holland
Heijndrick de Beauvoir is geboren rond 1460-1470 en overleden in 1524.
Hij is procureur postulant bij het Hof van Holland.
Hij trouwt met Marieken Allardsdr (of Alaerts),
zij is de lappennaaister van het Hof.
Een procureur of pleitbezorger vertegenwoordigde een partij bij het Hof, maar hij was geen advocaat. Steden hadden meestal een procureur in dienst die zich bezighield met de rechtszaken van de stad voor het Hof van Holland.
|
1482-1506 G o t h i e k
|