Zenobie van Lennep |
||||
correspondentie publicaties avonturen mengelwerk | ||||
Zenobie Catharina Caroline van Lennep (Den Haag 1820 - Zutphen 1901) was een schrijfster van novellen en vertaalde de volksromans van de Duitse auteur Berthold Auerbach. Maar haar mooiste nalatenschap is de correspondentie die ze van 1846 tot 1869 voerde met haar neef Jacob van Lennep, de Leidse professor Hendrik Tydeman en met Betje Fievez-van Lennep, de buitenechtelijke dochter van Jacob. Haar brieven schetsen een beeld van het leven van een vrouw uit de betere kringen in de negentiende eeuw. Voor Zenobie ging het leven niet over rozen. Ze kwam jong alleen te staan en raakt geestelijk en financieel in de problemen. Maar na vijf moeilijke jaren, waarvan drie in het krankzinnigengesticht van Zutphen, kwam ze er toch weer bovenop. |
|
|||
Biografie
Zenobie is de dochter van Gerrit van Lennep (1774-1833) en Berendina Johanna van Jordan (1790-1849).
Gerrit van Lennep is advocaat in
Amsterdam en klimt op tot rechter in Almelo. Daar heeft hij in 1811 een stormachtige liefdesaffaire met een getrouwde vrouw.
Dat is de mooie Berendina uit Enkhuizen die al na een jaar huwelijk genoeg heeft van haar echtgenoot Hendrik Jan van Riel.
Het gevolg is dat Gerrit ontslagen wordt als rechter en Berendina scheidt van haar man.
Er staat een
boze brief
over deze zaak in het hoofdstuk met avonturen.
Drie jaar later zijn de twee getrouwd. In de tussentijd bekleedt Gerrit de functie van Censor van het Fransche Keizerrijk in Groningen.
Dat maakt hem niet populair en in 1813 moet hij halsoverkop vluchten als de Fransen zich terugtrekken uit Nederland.
Ook daar is een
uitgebreid verslag van.
Na een afkoelingsperiode in Parijs, wordt hij in Brussel redacteur van de Gazette Générale des Pays-Bas
en in 1820 verhuizen hij en Berendina naar Den Haag waar hij is benoemd tot redacteur van het verslag der Tweede Kamer.
Hier wordt hun dochter Zenobie op 23 februari 1820 geboren. Getuige bij de geboorteaangifte is
Kolonel Zenon Guillaume Anne Louis Baron van Tengnagel. Enkhuizen
Enkhuizen is een dode stad met weinig vermaak voor de jonge Zenobie. Ze besluit te gaan schrijven in navolging van haar vader.
In dat streven wordt ze gesteund door een oude studievriend van haar vader, de Leidse professor
Hendrik Tydeman.
Bij hoge uitzondering mag ze de vergaderingen bijwonen van de lokale literaire vriendenkring, eigenlijk was dat alleen
voor de heren van de stad. Professor Tydeman heeft daar ongetwijfeld de hand in gehad.
Hij bezoekt Enkhuizen regelmatig, kent de belangrijke mensen, bemoeit zich met alles en houdt een oogje op Berendina.
Bovendien gebruikt hij zijn invloed bij uitgevers om het werk van zijn pupil geplaatst te krijgen.
Zenobie publiceert zo een aantal novellen in tijdschriften en almanakken, de aardigste gaan over het leven in haar woonplaats.
Ze waagt zich zelfs aan een kritiek op het werk van de schrijver
H.J. Schimmel.
Hij heeft het drama Joan Woutersz gepubliceerd dat in Enkhuizen speelt tijdens de 80 jarige oorlog.
Historisch deugt het niet schrijft Zenobie in een lang artikel voor 'De Recensent', het is "eene gedichte logen".
Dat trekt de aandacht van
Jacob van Lennep
aan wie het boek is opgedragen.
Via Tydeman komen ze in contact en Jacob vraagt Zenobie om een bijdrage te schrijven voor zijn Holland Almanak.
Dat is het begin van een correspondentie tussen de twee die doorgaat tot de dood van Jacob in 1868.
Zutphen
Begin 1854 wordt Zenobie uit het gesticht ontslagen en een jaar later voelt ze zich goed genoeg om de correspondentie
met Jacob van Lennep weer op te pakken. Ze leeft van naald en pen en met die pen maakt ze vertalingen
van het werk van de Duitse schrijver
Berthold Auerbach.
Met de familie komt het toch weer goed en ze brengt veel tijd bij
hen door in Enkhuizen, Twello en Dresden. Zutphen blijft haar winterverblijf met goede vrienden.
Het is een leven van rust en regelmaat. Tot het moment dat Betje op het toneel verschijnt. Wat staat waar
Het leven van Zenobie staat uitgebreid beschreven in haar correspondentie
die ook op deze pagina's beschikbaar is.
Wat van haar werk werd uitgegeven, zover nu bekend, staat in het hoofdstuk publicaties.
Onder avonturen vindt u verhalen over Zenobie's ouders en vrienden en
bij mengelwerk wat losse stukjes die ik gewoon aardig vond voor deze website.
© Koen Fijma / contact:
|